De doelstelling voor dit jaar was om de 300 soorten te halen. Dit is uiteindelijk vrij makkelijk gelukt: in totaal kwam de teller uit op 305. Als ik nog wat meer mijn best had gedaan had ik nog een stukje hoger kunnen uitkomen. Zo heb ik een aantal relatief algemene soorten als Witoogeend, Draaihals, Kerkuil, Strandleeuwerik en Grote barmsijs gemist. Nu moet ik bekennen dat ik hiervoor ook niet echt mijn best heb gedaan. Het is me ook nog gelukt 19 nieuwe soorten aan mijn lijst toe te voegen. Een aantal langverwachte (bijv. Vale pijl, Grote pieper en Waterrietzanger) maar ook een aantal verassingen (bv. Kaspische plevier, Amerikaanse oeverloper, Kleine trap en Kleine klapekster). Mijn totaallijst is hiermee uitgekomen op 376. Hierbij een kort de hoogtepunten:
Januari begon rustig met o.a. Grote geelpootruiter, Zwarte rotgans, Taigarietgans, IJsduiker Pestvogel. Februari was nog stiller met als ‘hoogtepunten’ Grauwe gors en Frater. Maart leverde als leukste soort een Steppekievit op.
Grote geelpootruiter / Greater Yellowlegs
Tringa melanoleuca
Waterspreeuw / White-throated Dipper
Cinclus cinclus
In april barstte het los. Het begon nog rustig met Kortsnavelboomkruiper en Kuifleeuwerik in Limburg en Korhoenders en een Oehoe in Overijssel/Gelderland. Langzaamaan werden de soorten beter met o.a. twee Amerikaanse wintertalingen, Ringsnaveleend, Iberische tjiftjaf, Steppekievit en Steppekiekendief. De 25e was echt een topdag. Het begon op Kamperhoek met o.a. Duinpieper en Europese kanarie en eindigde met Ross’ meeuw, Blonde ruiter en, mijn eerste nieuwe soort van het jaar, Griel. Twee dagen later zag ik een Woestijnplevier bij Hoek van Holland en kon ik, totaal onverwacht , de Kaspische plevier inhalen.
Ross' meeuw / Ross's Gull
Rhodostethia rosea
Woestijnplevier / Greater Sand Plover
Charadrius leschenaultii
Mei was iets rustiger maar leverde toch nog twee nieuwe soorten op: Ralreiger en Kortteenleeuwerik. Andere leuke waarnemingen waren Roodpootvalk, Witwangstern, Zwarte ooievaar en maarliefst drie Roodkeelpiepers, waarvan één zeer fraai ter plaatse. Deze maand leverde helaas ook de eerste grote dip op, de Kalanderleeuwerik van Hoek van Holland. Juni begon vrij rustig met Orpheusspotvogel, Slangenarend en Kleinst waterhoen. Naarmate de maand vorderde werden de soorten steeds beter: Zwarte Ibis, Terekruiter, Grauwe fitis en Dougalls stern (de laatste drie nieuw voor mijn NL-list).
Ralreiger / Squacco Heron
Ardeola ralloides
Roodkeelpieper / Red-throated Pipit
Anthus cervinus
Kortteenleeuwerik / Greater Short-toed Lark
Calandrella brachydactyla
Juli was een fantastische maand met drie nieuwe soorten (Amerikaanse oeverloper, Roodkeelstrandloper en Scharrelaar) en daarnaast nog soorten als Slangenarend, Krekelzanger en mijn tweede Aziatische goudplevier. Augustus leverde, na veel moeite, eindelijk mijn eerste Waterrietzanger op. Verder had ik het geluk net bij Katwijk te zitten toen een Ross’meeuw (de tweede van het jaar en al weer mijn vierde totaal) langs vloog.
Roodkeelstrandloper / Red-necked Stint
Calidris ruficollis
Aziatische goudplevier / Pacific Golden Plover
Pluvialis fulva
September begon met grote aantallen Noordse- en maarliefst drie Vale pijlen (nieuwe soort), mijn mooiste Kleinste jager ooit en mijn eerste zichtwaarneming van Klein waterhoen. Eind van de maand was er het Dutch Birding weekend met een mooie reeks soorten, o.a.: Steppekiekendief, Roze spreeuw, Morinel, Gestreepte strandloper, Bladkoning, mijn eerste najaarswaarneming van een Orpheusspotvogel en (eindelijk…) mijn eerste Grote pieper . Het weekend werd in stijl afgesloten met nog een goede inhaler, een Daurische Klauwier.
Kleinste jager / Long-tailed Skua
Stercorarius longicaudus
Oktober, tja…, het had zo mooi kunnen zijn. Het begon heel goed met opnieuw drie nieuwe soorten: Blauwstaart, Kleine klapekster en Bruine boszanger. Op 31 oktober werd er echter een Langstaartklauwier gevonden bij Den Helder en ik kon niet weg… De volgende dag was de vogel gevlogen. Mijn beroerdste dip ooit en één die dit jaar voor een belangrijk deel heeft verpest. November begon dus niet met de klauwier maar met een Pallas’ boszanger. Dit was nummer 298 dus nog maar twee te gaan en ik had mijn doel bereikt. Op vier november was het dan zover. Eerst een Koereiger en daarna, als driehonderdste soort een Amerikaanse smient. Verder deze maand een Zwarte zeekoet, een Siberische tjif en een mogelijke Toendraslechtvalk. De fut was er in December een beetje uit. Nog wel een nieuwe soort (Humes bladkoning) en mijn tweede Witkopeend. Het jaar werd afgesloten met een Grote- en een Kleine burgemeester.
Blauwstaart / Red-flanked Bluetail
Tarsiger cyanurus
(foto: Co van der Wardt)
Kleine burgemeester/ Iceland Gull
Larus glaucoides
Volgend jaar ga ik opnieuw proberen boven de 300 soorten uit te komen en, als het even kan, het record van dit jaar te verbreken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten